Koos: Hey Raphael, welkom.
Raphael: Hey Koos, welkom.
Bij deze nieuwe aflevering.
Van Geloof je dat ook?
Koos: Ja, Geloof je dat ook.
Raphael: Welkom luisteraars.
Koos: Ja, oké, welkom luisteraars.
Zoals jullie horen hebben we nu een heel mooi intro muziekje.
Dat is toch ook voor de luisteraars vooral.
En het onderwerp van vandaag.
Raphael, wil je daar iets over zeggen?
Waar gaan we het over hebben vandaag?
Raphael: We gaan het hebben over omdat hier liefde is.
Koos: O, liefde.
Raphael: Ja, wij hebben heel veel liefde voor elkaar.
Koos: Wij, ja, wij wel voor elkaar.
Raphael: Ja.
Koos: Ja, dat klopt.
Het is niet moeilijk om vanuit mij om jouw liefde te hebben.
Raphael: Nee, dus bij ons is sowieso heel veel liefde.
Koos: Ja, ik hou van de liefde.
Raphael: Ja, ik ook.
Jij had er zelfs laatst nog over in de aflevering.
Over verschillende vormen van liefde.
Koos: Klopt, klopt.
Raphael: Dat we daar nog eens een keer wat dieper in moesten gaan.
Koos: Ja.
Raphael: Maar dit keer gaan we het meer hebben
over een toespraak die gegeven is.
Koos: Ja, ja,
Raphael: die over... Met hetzelfde onderwerp.
Koos: Klopt, die over liefde gaat en ook op
verschillende manieren eigenlijk tot uiting komt.
Je kunt op verschillende manieren je liefde tonen.
En, nou, dat is wel mooi om daarover te hebben, denk ik.
Raphael: Ja, wat ik, toen ik deze toespraak
las, dacht ik ook wel heel erg aan...
de zeven liefdestalen.
Heb je daarvan gehoord, dat boek?
Koos: Ja.
Raphael: Of gelezen misschien zelfs?
Koos: Wel van gehoord, ja.
Dat is al een tijd geleden.
Kun je daar iets over zeggen dan?
Raphael: Ja, het gaat over dat een mens
eigenlijk zeven liefdestalen spreekt.
En dat als jij een bepaalde liefdestaal hebt...
bijvoorbeeld aanraking, of cadeautjes, of aandacht.
Dus er zijn een aantal daarin.
Koos: Ja.
Raphael: En een van die talen, of de meeste
mensen spreken één taal overduidelijk...
en hebben ook wel van die andere talen wat weg.
Maar als iemand dus een bepaalde
liefdestal spreekt, dus jouw partner bijvoorbeeld.
..
en jij spreekt een, of je hebt een
andere liefdestal die je overheerst...
dan spreek je eigenlijk niet dezelfde taal.
Dus dat is net zoals dat als iemand
Japans zou spreken en ik Nederlands...
dan begrijp je elkaar niet zo goed.
Dus wat dan de bedoeling is, is dus om erachter te komen...
wat de liefdestaal is van jouw partner.
En je daar dus in te verdiepen om dus
ook die taal te kunnen gaan spreken.
Koos: Ja.
Raphael: Zodat die persoon zich dus gewaardeerd en geliefd voelt.
Want dat is namelijk, de liefdestal
is dus als jij dat ontvangt...
dan voel je je geliefd, gewaardeerd
en veilig bij zo'n persoon.
Koos: Ja.
Nou, dat is wel heel belangrijk denk
ik, want ik herken me daar wel in.
Ik ben zelf iemand die graag iets voor een ander doet...
en daarmee een soort van liefde toont.
Maar de ontvangende persoon...
die hoeft dat helemaal niet zo op die manier op te vallen...
en daar die waardering voor te hebben...
waarvan ik denk van, goh, ik doe dat
inderdaad uit liefde voor de ander.
Maar die ziet het misschien zelfs van, waarom doe je dat?
uberhaupt voor mij.
Raphael: Ja, want dat hij dus niet dezelfde taal spreekt dan.
Nee, klopt inderdaad.
Want in de toespraak heeft hij het dan over...
ook dat er ontzettend veel talen zijn in de wereld.
Raphael: Ja.
Koos: Wat had hij nou?
Meer dan 7000 levende talen zijn er.
En bij ons in de kerk hebben we 575 talen.
Koos: Ja, gedocumenteerde hoofdtalen.
Veel dialecten.
Raphael: Ja, waarschijnlijk de talen waarin vertaald wordt.
Het zijn echt superveel talen.
Ik vind 575 talen al veel.
Koos: Dat vind ik ook wel veel, ja.
Raphael: Maar dan...
Meer dan 7000 levende talen zijn er die gesproken worden.
Nou, dat is eigenlijk bijna ongehoord.
In Nederland hebben we er ook al twee, hè.
Koos: Daar hoort het Gunnings ook bij natuurlijk.
Raphael: O ja.
Ja, dat is een...
Dat is niet echt een taal, toch?
Dat is een dialect.
Koos: Dialect.
Raphael: Fries is wel een taal, volgens mij.
Koos: Echt?
Raphael: Ja.
Koos: Oké, nou laten we maar niet die kant aan.
Raphael: Oké.
Koos: Even terug naar de liefde.
Want...
Ja, hoe ik ernaar kijk, is liefde het belangrijkste.
Het belangrijkste van alles.
En vanuit Gods perspectief bekeken,
heeft hij echt alles ook vanuit zijn liefde gedaan voor ons.
Raphael: Ja.
Koos: En...
Raphael: Ja, hij heeft dat plan.
Het plan van zaligheid.
Waar we ook een aflevering over hebben
gemaakt, dat doet hij eigenlijk voor ons.
Omdat hij...
Uit liefde voor ons doet hij dat.
Koos: Ja.
Ja.
En er staat ook wel in de schriften geschreven van...
God heeft ons zo lief gehad dat hij
zijn enige geboren zoon gezonden heeft.
Dus die liefde, daar ga ik dan graag van uit.
Dat wij ook allemaal in die liefde van God kunnen...
Ja, verblijven klinkt zo'n raar woord.
Maar dat we daar ook iets van mee kunnen krijgen.
Iets van kunnen voelen of daar onderdeel
van uit kunnen maken van die liefde van God.
En dat je die liefde dus ook verder kunt geven aan anderen.
Raphael: Ja, want als we het toch hebben over hemels vader, over God.
Dan zeggen wij eigenlijk ook bij
ons in de kerk dat hij is alwetend.
Dus hij zou eigenlijk niet...
Hij zou niet zo snel meer groeien in
kennis, want hij zou alles al weten.
Terwijl wij dat wel heel graag willen.
Wij willen wel heel graag groeien
in kennis en licht en waarheid.
Waar groeit hemels vader dan in?
Koos: In heerlijkheid.
Het is zijn werk en zijn heerlijkheid om
de onsterfelijkheid en het eeuwige leven
van de mens tot stand te brengen.
Dus dat is zijn groei.
Dus als wij toenemen in licht en waarheid en in heerlijkheid...
dan neemt hij dus ook...
toe in die heerlijkheid.
Omdat wij eigenlijk als het ware onderdeel van hem zijn.
Dus hij groeit dankzij ons.
Wij zijn zijn groei.
Raphael: Omdat wij dus groeien, groeit hij daarin.
Koos: Klinkt een beetje gek, maar je zou het
bijna als een piramidespel kunnen zien.
Nou ja, dat is een heel raar vergelijk.
Maar in zo'n piramidespel, weet je wel, dan heb je allemaal...
Of spel.
Raphael: Ja, bedrijfsplan.
Koos: Plan, ja.
Dat is het idee.
Eén iemand staat aan de top en er staan er een paar onder.
En die hebben ook weer daaronder en daaronder.
Dus degene die daar een beetje aan de
top staat, die groeit dankzij die...
als die piramide groeit.
Raphael: Oké.
Koos: Dus een beetje op die manier, zo
kijk ik tegen dat plan van God aan.
Ja, groeit hij dankzij ons.
Raphael: Oh, dus ja, een negatieve gelijk hoor.
Koos: Ja, nou ja, met een piramidespel een
beetje negatief, maar ik bedoel het is positief.
Raphael: Ja, dat snap ik.
Koos: Want het is een, want nou ja, licht, dus je groeit in licht.
Licht is liefde, dankbaarheid, maar dat is ook weer een vorm,
eigenlijk een uitingsvorm van liefde.
Geduld, vergeving, dat is allemaal licht.
Dus alles wat goed is.
Dat is... Dan neemt je licht toe.
Dus als wij groeien in dat licht, dan groeit God daarin mee.
Raphael: Ja, want laatst hadden we ook al over dat
Jezus Christus, als hij straks terugkomt
op deze aarde om te regeren, dat het een dictator is.
Koos: Ja.
Raphael: En daar hadden we ook al van.
Koos: Ja, dat is ook wel zo'n negatief woord, hè?
Raphael: Ja, ja.
Koos: Maar een positieve dictator.
Eigenlijk is het een keer een goede dictator.
Raphael: We hebben het dus over een positieve
dictator en een positieve piramidespel.
Koos: Ja, positieve piramidespel.
Geduld.
Maar ja, ik probeer het alleen maar mee
uit te leggen van hoe God dus wel groeit.
Ondanks dat hij al wetend is en het
begin van het einde kent, groeit hij wel.
Raphael: En nu heb je het over dat liefde in
jouw leven is echt superbelangrijk.
En in het gezin natuurlijk ook.
Ik vind dat ook het gezin echt superbelangrijk is.
Koos: Ja.
Raphael: Dat ook mede door...
Door het gezin krijgen we ook de kans om op deze aarde te komen.
Door middel van man en vrouw.
En hoe laat jij jouw kinderen zien dat jij van ze houdt?
Wat is jouw uiting daarin?
Koos: Ja, dan kom ik toch terug bij die liefdestaal van jou.
Mijn liefdestaal is dat ik graag iets voor
een ander doe of graag tegemoetkom aan een verzoek.
Of...
Ja, ik ben eigenlijk iemand die altijd...
In eerste instantie...
Iets heeft om ja te zeggen op iets.
Maar ook zoek maar naar een stuk van liefde voor mijn kinderen.
Want ik wil eigenlijk dat mijn kind het
goed heeft en dat hij blij is en gelukkig is.
Dus omdat mijn liefdestaal geven is en
pleasen, dan komt dat als eerste naar voren.
Maar goed, ik vertel mijn kinderen
ook wel regelmatig dat ik van ze hou.
Een knuffel geven.
Raphael: Ja, belangrijk.
Koos: Dus daarmee laat ik zeggen...
Ik wil ze ook wel weten dat ik van ze hou.
En wat ik ook probeer te doen is
complimenten geven en ze te vragen naar hun dag.
Hoe was het vandaag?
En een beetje dieper op ingaan wat ze dan hebben gedaan.
En dan zeggen, oh wauw, mooi of fijn dat het gelukt is.
Of als het niet gelukt is, nou ja, balen voor je.
Weet je?
Interesse tonen.
Dat is ook een vorm van...
van...
liefde die ik dan uit naar mijn kinderen toe.
Raphael: Ja, toen ik deze toespraak aan het
lezen was, toen werd er dus ook
allemaal voorbeelden gegeven hierover.
En toen dacht ik, ja, misschien moet ik
gewoon een keertje mijn kinderen vragen.
Wat zij...
Hoe zij mijn liefde ervaren.
Want in de toespraak wordt dus gezegd
dat in bijvoorbeeld in Guatemala zeggen ouders.
..
of zeggen de kinderen van mijn ouders werken hard.
Om ons eten te geven.
En dat is dan hun vorm van liefde.
En in Noord-Amerika zeggen kinderen,
mijn ouders lezen mij voor.
En stoppen mij s'avonds in voor het slapengaan.
En in Israël zeggen kinderen, mijn ouders houden mij veilig.
In Afrika, in Ghana.
Zeggen kinderen, mijn ouders helpen me om mijn doelen.
Met mijn doelen.
En ik denk dat wij minstens in Nederland
ongeveer vergelijkbaar zijn met Noord -Amerika.
Want ik denk niet dat mijn kinderen zullen
zeggen, ja ik ben heel erg dankbaar...
en ik voel mijn liefde voor mijn
ouders omdat ze me veilig houden.
Omdat ik denk niet dat ze dat...
Koos: Heb jij je kinderen gevraagd dan?
Raphael: Nee.
Koos: Ik vind het wel een goede tip eigenlijk.
Een goed idee.
Mijn kinderen dat gewoon te vragen.
Raphael: Ja, want dat is nou denk ik...
We doen altijd wel wat we denken wat goed is.
En daar hebben we het ook een keertje over gehad.
Wat wij doen, jij doet.
En ik doe wat wij denken wat goed is voor andere mensen.
Maar misschien dat we het beste die mensen ook kunnen vragen.
Onze kinderen dus van, hé wat vind je...
Wat vind je fijn of waar aan kan
jij herkennen dat ik van jou hou?
En dan zouden ze misschien wel wat zeggen van...
Nou ik vind het altijd prettig dat
je me s 'avonds voorleest of zo.
Of... Ja.
En daarmee heb ik het idee dat je mij...
de aandacht geeft of misschien is het dan
hun liefdesstal dus dat het naar aandacht.
Koos: Hm hm.
Raphael: Of zullen ze zeggen van nou ik vind het
altijd heel prettig als je een cadeautje aan me geeft.
Koos: Ja.
Raphael: Zou best kunnen.
Koos: Zou best kunnen.
Ja.
Raphael: Maar dan kunnen we namelijk ook leren net
zoals dat we van onze partner proberen te...
de liefdesstal te begrijpen en aandacht aan te geven.
Want dat kunnen... En elk mens is weer anders.
Misschien hebben onze kinderen helemaal
niet dezelfde liefdesstal als dat je partner in jezelf hebt.
Dus dan...
kan je daar ook aandacht aan geven.
En dan misschien juist meer...
Stel je voor je kind zegt aan of geeft
aan van nou ik vind het prettig als je me voorleest.
En jij leest altijd maar kort voor maar
gaat heel vaak vragen over hoe z'n dag was bijvoorbeeld.
Omdat jij dacht dat vind ik belangrijk.
Koos: Ja.
Raphael: Straks vindt je kind het veel belangrijker dat je voorleest.
Koos: Ja.
Ja.
Raphael: Dus is het belangrijk om dan dat gesprek open te houden.
Koos: Ja.
Nou als je dat nu zo zegt dan denk ik ook
van ja ik ben iemand die heel snel invult voor een aandacht.
En dan snel denkt van oh ja jij zal het
vast wel leuk vinden als ik voor jou voorlees dan inderdaad.
Terwijl ja dus ik vind het echt een
goeie tip gewoon een aandacht te vragen.
Ook met die liefdesstalen.
Want ook naar mijn vrouw toe.
Dus het is wel goed om dat nog eens een keer op te frissen.
Omdat ik voor mijn eerste liefdesstal is...
is iets voor een ander doen of iets geven ofzo.
Terwijl die van haar nog net anders is.
We hebben het er wel over gehad.
Vaker.
Maar ik heb wel weer het idee
van hé hier eens weer op frissen.
Raphael: Ja.
Koos: Ja.
Dat is nog goed.
Even denken.
Want...
hebben we nog meer... Kijk in die toespraak komt dan...
Mijn...
Ten tweede staat daar.
De evangelietaal van dienen en offeren.
Nou ja dat sluit eenmaal aan bij mijn...
liefdesstal zou ik maar zeggen.
Dus dat is voor mij...
best makkelijk om te doen.
Maar ja.
Dat ze...
Omdat dat toch in mijn voorkeur zit.
Dan is dat...
voor mij niet heel...
heel zwaar.
Om te dienen en te offeren.
Maar hoe is dat voor jou?
Raphael: Ja.
Op zich ben ik ook wel zo ingesteld als jou.
Zo'n mensen mens.
People pleaser.
En...
toch vind ik...
dienen is...
Als we het over het dienen hebben dan in de kerk.
Bijvoorbeeld.
En een roeping aanvaarden of dat soort...
soort dingen.
Dan vind ik het... Ik vind het toch altijd wel lastig.
Omdat...
Ik vind...
Nou ja laten we zo zeggen ook dat in de kerk wordt ook gezegd.
Qua prioriteiten.
Gezin.
Werk.
Kerk.
Koos: Ja.
Raphael: Nou.
Nu vind ik het altijd lastig dat...
De combinatie van kerk en gezin.
Dat er soms best wel veel druk van de kerk wordt opgelegd.
Als je in bepaalde roepingen dan.
Waardoor je dus je gezin wat meer naar de achtergrond schuift.
Koos: Ja.
Raphael: Nou dat vind ik soms wel lastig.
Helemaal om dan een bepaalde roeping te accepteren daarin.
En om dus te dienen.
Dus ja dat...
Soms weerhoudt me dat wel hoor.
Ja.
Om bepaalde roepingen te accepteren.
Koos: Ja.
Misschien moeten we voor onze luisteraars
ook het woord dienen en offeren uitleggen.
Of denk je dat het wel vanzelfsprekend is.
Ja.
Raphael: Nee.
Ik vind sowieso dat wij...
Wij zitten natuurlijk al super lang in de kerk.
Koos: Ja.
Raphael: Wij hebben al heel veel...
Het is bijna allemaal normaal voor ons wat wij bespreken.
Koos: Ja.
Raphael: Wij hebben de kennis ervan.
We hebben het er heel vaak over met andere mensen.
Of in de kerk.
En we zijn ook niet anders gewend.
Want we...
Ik...
Ik ben in de kerk geboren.
Jij ook.
Koos: Ben je in de kerk geboren?
Raphael: Ja.
Zie je.
En dat is ook gewoon zo'n dingetje.
Van wij zeggen dat.
Wij zeggen ik ben in de kerk geboren.
We zijn niet echt in de kerk geboren.
Ik ben gewoon in het ziekenhuis geboren.
Maar mijn ouders die waren lid van de kerk.
En ik ben vanaf jongs af aan ben ik naar de kerk gegaan.
Koos: Ja.
En dan noem je dat ik ben in de kerk geboren.
Raphael: Ja.
En dus er zijn best wel veel dingen.
Er wordt ook in de toespraak genoemd van... Ja.
Koos: De kerktaal.
Raphael: Ja, precies.
Dus kerktaal wordt best wel veel gebruikt.
En daar kreeg ik ook een opmerking over...
toen we een eerste aflevering hadden
gemaakt van Geloof je dat ook?
Is dat sommige mensen dachten van...
er zijn best wel wat woorden die we gebruiken...
die niet bekend voorkomen bij onze luisteraars.
Dus ja, heel goed idee.
Als wij dus zelf denken van...
hey, misschien moeten we dit even wat beter aan uitleggen.
En als het kort kan doen we dat gewoon lekker in de aflevering.
En anders gaan we gewoon een hele
aflevering daar over wijden... over een bepaald onderwerp.
Je had het over dienen.
Koos: Ja, dienen.
Want in deze context wordt met dienen toch wel bedoeld...
dat je iets bijdraagt in de kerk.
Als een soort van roeping of iets.
En we moeten de roeping weer uitleggen natuurlijk.
Een roeping wil zeggen van een taakje.
Er is van alles te doen in de kerk.
En de een doet dit, dan doet dat.
En dat noemen we dan dienen.
Het kan ook zijn dat je...
en bijna iedereen heeft er ook als taakje van...
om contact te hebben met een ander lid van de kerk...
of iemand anders die je wordt toegewezen...
om daar contact mee op te nemen.
Contact mee te onderhouden.
En dat wordt dan ook dienen genoemd.
En dat offeren...
offeren, dat kan ook op verschillende manieren.
Maar offeren in deze context...
wordt ook wel bedoeld van...
we hebben een bijdrage, een geldelijke bijdrage...
die we geven aan de kerk.
Dat kan in de vorm van het tiende.
Dat is 10% van inkomen.
Dat kan ook in de vorm van...
dat noemen we vast te gaven.
Dat we bijvoorbeeld één keer in de maand...
of hoe vaak je dat wilt doen...
een bepaalde periode niet eten en drinken.
En dat geld dat je uitspaart... dat je dat dan geeft...
wel aan de kerk.
Maar voor de kerk... is het ook het goede doel...
voor mensen te helpen die het minder hebben...
of problemen hebben.
Dus dat is ook een offergave.
Raphael: Want tiende en vast te gaven... zijn twee verschillende potjes.
Koos: Ja, dat zijn twee verschillende potjes...
die op twee verschillende manieren worden gebruikt.
Raphael: Maar ook tijd, hè?
Koos: Dus offeren is... Ja, zeker.
Niet alleen geld, maar ook tijd.
Kun je ook offeren.
Dat is veel meer nog wat je kunt offeren.
Maar op zich wel interessant.
Interessant.
Geloof jij dan dat dienen...
een offer een onderdeel is van liefde?
Raphael: Absoluut.
Ja, dat sowieso.
Dat staat wel...
bij elkaar.
In hetzelfde rijtje inderdaad.
Ja, want...
op dat moment dat we namelijk gaan dienen...
of tijd op offeren of geld...
dan is dat natuurlijk een uiting van...
ook liefde dat we hebben.
Voor de Heer.
Maar ook voor de mensen die we dienen...
in de kerk of buiten de kerk.
Zeker, ja.
Koos: In de schriften kun je ook lezen...
dat Christus dan zegt van... als je me lief hebt...
dan...
houd dan mijn geboden.
Maar zijn geboden... heb je het ook over gehad.
Dus God lief hebben.
Dat is een gebod wat hij dan heeft gegeven.
En je naaste lief hebben.
Zoals jezelf.
Dus daarmee...
kun je de liefde...
van God...
doorgeven.
Naar een ander.
Maar ook zelf ervaren.
Dat werkt twee kanten op.
Raphael: Ja, want... ik bedoel met dienen ook.
Koos: Ja.
Raphael: Vaak is het zo dat... er wordt ook wel gezegd...
als je dient...
vaak krijg je dan nog meer zelf ervoor terug...
dan dat je geeft.
Koos: Ja.
Raphael: Dat is net zoals het voorbereiden van een les.
Vaak... en dat komt natuurlijk omdat je...
veel meer informatie tot je toeneemt...
dan dat het werkelijk in een les gezegd... gaat worden.
Dus je leert zelf veel meer...
als je dus een les gaat voorbereiden.
Koos: Ja, precies.
Daar wil ik het ook mee zeggen.
Van als je...
we proberen die twee grote geboden...
te onderhouden... die Christus heeft gegeven.
En dat kan je doen door dienen.
Door offeren.
Dat kan ook op veel, veel andere manieren.
Maar...
ook door te dienen.
Toch?
Dus...
Ja.
Nee, dat is...
in dat opzicht...
een mooie gelegenheid... om...
ja, om op zo'n manier... met de liefde bezig te zijn.
Raphael: Want hoe sta jij er dan in...
als jij gevraagd wordt voor een roping?
Zegt altijd ja?
Koos: Ja, eigenlijk wel.
Maar...
op zich is het niet vanzelfsprekend.
Ja, ik zeg wel altijd...
ja, dat is wel zo.
Maar...
Raphael: Maar ook omdat jij zo bent?
Dat je altijd ja zegt?
Of omdat uit overtuiging...
dat degene die jou vraagt... voor een roeping...
dat gebaseerd heeft op inspiratie?
Koos: Ja, ik heb tot nu toe nog niet...
een situatie gehad... dat ik denk van...
ja, maar dit gaat hem niet worden of zo.
Dit kan gewoon niet goed zijn.
Of dit is...
dit is niet voor mij... of niet voor mij weggelegd.
Dus in dat opzicht...
ja, heb ik altijd nog gewoon ja kunnen zeggen.
Op elke roeping...
waar ik voor gevraagd ben.
Raphael: Ja, dat is wel mooi.
Koos: Ja.
Raphael: Dus dat is eigenlijk elke roeping...
die je dan gekregen hebt...
is wel dusdanig geïnspireerd... dat dat in jouw leven...
past.
Koos: Ja.
Geïnspireerd.
Raphael: Ik moet ook zeggen... dat ik heb ook nog nooit een roeping...
geweigerd volgens mij.
Dus in dat opzicht... zeg ik ook elke keer ja.
Maar toch denk ik wel... als zij mij nu zouden vragen...
voor een bepaalde roeping... zeg ik wel nee.
Koos: Oké.
Raphael: Omdat ik op dit moment denk van...
dat past echt niet in mijn levenssituatie...
op dit moment.
Koos: Oké.
Raphael: En daarom word ik waarschijnlijk ook nooit...
voor die roeping gevraagd.
Ik denk dat ook nog nooit.
Koos: Nou, maar dat is toch prima?
Raphael: Dat is alleen maar goed.
Dat betekent alleen maar dat het geïnspireerd is.
Koos: Ik vind dat je niet automatisch... zou hoeven of moeten zeggen.
Dus in dat opzicht ben ik niet iemand... die zegt van...
je moet altijd ja zeggen.
Het is alleen... ja, ik ga wel aan mijn eerste...
voorkeursstijl is... om heel snel ja op iets te zeggen.
Soms denk ik wel... oeh, oké, dan weet ze je ook wel te vinden.
Daardoor heb ik ook wel twee of drie roepingen.
Vier roepingen, weet ik veel.
Op een gegeven moment kom ik ze ook bijna niet meer tellen.
Maar dan...
dat is dan wel het gevaar daarvan.
En je kan heel moeilijk nee zeggen.
Dus... ehm...
en ik ben ook heel optimistisch van AID.
Waardoor ik denk van ja... Kan wel.
Kan wel.
En kan ook alles wel.
Dus... ja.
Raphael: Ja, als je er nooit aan onderdoor gaat...
dan blijf je dat ook denken natuurlijk.
Koos: Ja.
Kijk, en dan als ik daarmee bezig ben... dan heb ik ook wel...
dat ik denk van... hé, ik kan hier een bijdrage aan leveren.
En met die bijdrage kan ik invulling geven aan dat...
dat grote gebod.
Dus...
maar weet je...
je kunt hier nog heel lang over praten.
Ik denk dat we in ieder geval een
mooie aanzet hebben gegeven... ook voor onze luisteraars.
Om dus na te denken van... goh, liefde is het belangrijkste.
Op wat voor manier...
ga je met die liefde om?
Raphael: In je omgeving.
Koos: In je omgeving.
En hoe sluit dat aan bij die liefde die God voor jou heeft?
Maar ook de liefde die je vanuit God ervaart.
Of de liefde die je aan God terug kunt geven door...
ja...
je interactie met andere mensen.
Raphael: Ja, super.
Dankjewel Koos.
Koos: Yes, van fijn.
Raphael: Ja, ik ook.
We wilden nog even herinneren aan de luisteraars...
om te abonneren op de podcast.
En ook de melding aan te zetten.
Zodat je altijd op de hoogte bent als er weer een nieuwe komt.
Koos: Ja.
Raphael: In principe gooien we altijd een nieuwe online op zondagmiddag.
Koos: Ja.
Raphael: Zodat je al op je...
heilige zondag nog...
dat je al heel wat lessen hebt gehad.
En opbouwende woorden nog meer.
Koos: Nog even een podcastje erbij.
Raphael: Precies.
Maar je kan dus ook gewoon door de week luisteren.
Koos: Yes.
En soms hebben we een bonus aflevering.
Raphael: Ja, dat klopt.
Koos: Is het één keer of zo geweest?
Vaak.
Raphael: Ja, volgens mij nog niet.
Koos: Oh, het moet nog komen misschien.
Raphael: Ja, het moet nog komen.
Bonus aflevering.
We moeten zeker gaan maken een bonus aflevering.
Dat kunnen we een keer doen.
Is goed.
Koos: Oké, hey.
Dankjewel.
Koos: Tot de volgende keer.
Raphael: Tot de volgende keer.
Koos: Doeg.